NIEUWS 28 november 2021 Nieuws van SKAO
Hoe verlaagt een groente- en fruitgroothandel zijn CO2-voetafdruk?
Smeding & Zoon behaalde onlangs een certificaat op niveau 3 van de CO2-Prestatieladder. Maar de groente- en fruitgroothandel houdt zich op veel meer manieren met duurzaamheid bezig. Van de strijd tegen voedselverspilling tot duurzame samenwerkingen met partners. Het familiebedrijf heeft een simpele (en nuchtere) reden voor zijn duurzame inspanningen: ‘Het scheelt gewoon euro’s.’
Rients Smeding ging in 1934 met paard en wagen langs de deuren om groente en fruit te verkopen in Wommels, een klein dorpje in Friesland. Tegenwoordig is Smeding & Zoon uitgegroeid tot een van de grootste groente- en fruitgroothandels van Nederland, compleet met twee grote distributiecentra en een assortiment van ruim 1.800 producten. De klanten van het familiebedrijf zijn (onder andere) retailers als Jumbo, Coop en Spar. Daarnaast is Smeding & Zoon hoofdleverancier van internetsupermarkt Picnic.
Voedselverspilling tegengaan
Duurzaamheid komt in bijna alle facetten van de bedrijfsvoering terug. Zo is het tegengaan van voedselverspilling al jaren een belangrijk agendapunt bij Smeding & Zoon. Kammanager Wim Manshande: ‘Om aan de wensen van onze klanten te voldoen, moeten we producten op voorraad hebben. Maar verse producten hebben natuurlijk niet het eeuwige leven. Dat is soms een moeilijk gevecht.’
Door koop en verkoop goed op elkaar af te stemmen, slaagt Smeding en Zoon er toch in om het dervingpercentage laag te houden. De groothandel maakt daarbij gebruik van het platform Relex, dat ondersteuning biedt bij het in balans houden van de voorraad. Wanneer er toch producten overblijven, heeft het familiebedrijf daar een oplossing voor. Dankzij een samenwerking met de regionale voedselbank, kunnen jaarlijks zo’n 2.300 huishoudens gebruikmaken van de AGF-producten (aardappels, groente en fruit) van de groothandel.
Samenwerking met partners
Smeding & Zoon werkt daarnaast met verschillende partners in de keten aan duurzame initiatieven. Zo zetten tomatenkwekerij It Wiid en Kwekerij Osdorp in op sociale duurzaamheid, door te werken met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. ‘Wij hebben met hen afgesproken: zoveel mogelijk van wat jullie produceren, nemen wij af,’ zegt Manshande. ‘Op die manier dragen we bij aan een stukje bestaanszekerheid.’
Ook op het gebied van CO2-reductie is samenwerking met ketenpartners belangrijk. De transport van producten wordt bijvoorbeeld uitbesteed aan Simon Loos, één van de grootste transporteurs van Nederland. ‘Zij hebben vervuilende dieseltrucks door de jaren heen uitgefaseerd en vervangen door vrachtwagens die aan de strengste emissierichtlijnen voldoen,’ vertelt Manshande. Daarnaast beschikt Simon Loos over een vloot van dertig LNG-voertuigen en vindt de horecabelevering in Amsterdam volledig elektrisch plaats. ‘Dat vinden wij belangrijk,’ aldus Manshande. ‘Het sluit aan bij ons eigen gedachtegoed.’
‘Met de CO2-Prestatieladder lukt het om een duidelijk verhaal te vertellen aan onze klanten. Het maakt tastbaar wat we bereikt hebben en waar we mee bezig zijn op het gebied van CO2-reductie.’ - Wim Manshande, kammanager Smeding & Zoon
Certificering op de CO2-Prestatieladder
Dit jaar behaalde Smeding & Zoon zijn certificaat op de CO2-Prestatieladder. Ook dat had een nuchtere reden. Een niveau 3-certificaat of hoger op de CO2-Prestatieladder geldt namelijk als alternatieve invulling voor de Europese Energie-Efficiëntie Richtlijn (EED). ‘Dat was voor ons de hoofdreden om ermee aan de slag te gaan,’ aldus Manshande.
Maar certificering op de Ladder bracht een extra voordeel met zich mee, vervolgt hij: ‘Wij hadden eerder al certificering op de ISO 14001 behaald, maar het bleek lastig om daarover te communiceren naar klanten. Het is complexe materie. Met de CO2-Prestatieladder lukt het wel om een duidelijk verhaal te vertellen aan onze klanten. Het maakt tastbaar wat we bereikt hebben en waar we mee bezig zijn op het gebied van CO2-reductie.’
Registratie van energiegebruik
Certificering op de CO2-Prestatieladder bleek geen grote opgave voor het familiebedrijf. ‘Wij registeren vanaf 2001 al ons gas-, water- en elektriciteitsgebruik nauwkeurig, met behulp van de Milieubarometer. We hadden de benodigde data daarom snel bij elkaar,’ verklaart Manshande. ‘Registratie van energiegebruik vinden we belangrijk. Alle energie die we niet gebruiken, scheelt ons gewoon euro’s.’
Door de jaren heen realiseerde Smeding en Zoon daarnaast al veel duurzame mijlpalen. ‘Duurzaamheid weegt altijd mee in onze beslissingen. Bijvoorbeeld als zaken zoals koelmiddelen en verlichting aan vervanging toe zijn. Zo maken we in onze distributiecentra tegenwoordig uitsluitend gebruik van ledverlichting, spoelen we een deel van onze toiletten door met regenwater en maken we voor het verzamelen van bestellingen gebruik van elektrische pompwagens.’
Ook op het gebied van mobiliteit werden de laatste jaren stappen gezet. ‘Daar zijn we heel strak in geweest. Waar we vroeger een leaseautovloot van bijna alleen maar dieselauto’s hadden, is dat nu een mix van benzine, hybride en volledig elektrische auto’s.’
Zonnepanelen en restwarmte
De grootste CO2-impact zit hem voor Smeding & Zoon echter in het gebruik van grijze stroom. En het bleek een behoorlijke uitdaging om daar iets aan te doen. Smeding & Zoon is namelijk voor een bepaald percentage onderdeel van Sligro Nederland en die koopt gezamenlijk energie in voor al zijn vestigingen. ‘Dat is de ene keer groene en de andere keer grijze stroom,’ aldus Manshande. ‘Daar lag (en ligt) voor ons een belangrijke kans: hoe kunnen we dat anders invullen?’
Een eerste stap in die richting werd gezet met de plaatsing van 1.868 zonnepanelen op het dak, die gezamenlijk zo’n 16 procent van het energiegebruik van het distributiecentrum leveren. Voor de verwarming van kantoren wordt daarnaast gebruik gemaakt van de restwarmte die vrijkomt bij de koeling in het distributiecentrum.
Windenergie?
In de toekomst hoopt Smeding en Zoon zijn elektriciteitsgebruik nog verder te vergroenen. Windenergie zou daar zomaar eens een belangrijke rol in kunnen spelen. ‘Het zit nog in de pen, maar we hopen onze elektriciteit in de toekomst van Windpark Fryslan in het IJsselmeer te krijgen.’